GREENWASHING

Uit een Europese controleactie in 2020 waarbij in de hele Europese Unie websites werden gescreend op greenwashing, bleek dat 344 websites twijfelachtige milieuclaims verspreiden. Na grondiger onderzoek van die websites werd vastgesteld dat in meer dan de helft van de gevallen de handelaar niet voldoende informatie of toegankelijk bewijs gaf aan de consument om de juistheid van de claim te beoordelen.

 Sommige bedrijven laten hun producten of diensten “groener” lijken dan ze zijn. Ze doen aan greenwashing. Hun doel? Meer verkopen. Deze oneerlijke handelspraktijk is verboden. Er staan hoge boetes op.

Om jou ertoe aan te zetten duurzamer te kopen is betrouwbare, duidelijke, relevante, vergelijkbare en verifieerbare informatie over de belangrijkste milieueffecten van producten (goederen en diensten) of organisaties cruciaal. Pas dan kan je een “duurzame” aankoopbeslissing nemen. Steeds meer ondernemingen gebruiken reclameboodschappen toegespitst op het milieu, de ecologie en duurzame ontwikkeling en dat vooral om jou te overhalen om een bepaald product of een bepaalde dienst aan te kopen in plaats van dat van een concurrent.

Greenwashing gebeurt door om het even welke organisatie. Het kan zowel een onderneming, een fabrikant als een overheid zijn. De milieuclaims kunnen gaan over effecten op het milieu in het algemeen of op specifieke milieuaspecten zoals de lucht, het water, de bodem, ecosystemen, biodiversiteit of het klimaat. Het kan gaan om allerlei soorten beweringen en informatie maar ook symbolen, logo’s, afbeeldingen en merknamen tot zelfs het gebruik van bepaalde kleuren op verpakkingen, etiketten, in reclame en dat op papier, sociale media, websites, tv …

Hoe herken je greenwashing?

  1. Er wordt een natuurlijk ingrediënt aangeprezen zoals azijn, citroen, of zoete amandel terwijl dat slechts in beperkte mate aanwezig is.
  2. Je ziet vage of dubbelzinnige woorden en termen, die niet duidelijk worden gedefinieerd in de boodschap, zoals “puur natuur”, “niet vervuilend”, “goed voor de planeet”, “ecologisch”, “natuurvriendelijk”, “duurzaam”, “beschermt het milieu”, enz.
  3. Er worden misleidende beelden gebruikt zoals afbeeldingen, kleuren, tekens, logo’s en symbolen die een verkeerde indruk wekken. Bijvoorbeeld een symbool of kleur die duidelijk de natuur oproept op de verpakking van een huishoudelijk product, dat in feite geen of slechts een minimaal positief effect heeft op het milieu.
  4. Op het product prijkt een milieulabel. Het ziet eruit als een officieel label dat gecertificeerd is door een bevoegde en onafhankelijke instantie terwijl de producent het zelf heeft gemaakt.
  5. Een irrelevante actie wordt in de kijker gezet: een milieuvriendelijke actie die het bedrijf heeft ondernomen wordt bewierookt, maar die heeft niets te maken met het product waarvoor reclame wordt gemaakt.
  6. De informatie is ongeloofwaardig: er moet een alarmbelletje afgaan als een onderneming een ecologisch argument gebruikt om een product te promoten dat schadelijk is voor de gezondheid. Reclame voor tabak mag bijvoorbeeld nooit een milieuvoordeel aanhalen aangezien voor de tabaksteelt veel water nodig is, giftige chemicaliën gebruikt worden en ontbossing in de hand wordt gewerkt.
  7. Er is onvoldoende of ontbrekende informatie over het milieuvoordeel: als er bijvoorbeeld wordt aangegeven dat er “100 % gerecycleerd materiaal” wordt gebruikt , dan moet duidelijk zijn of dat gaat over de verpakking, het volledige product of een bepaalde stof. Geeft een producent aan dat zijn wasmachine bijvoorbeeld 30 % minder energie verbruikt, dan moet worden verduidelijkt dat die energiebesparing alleen van toepassing is als het eco-programma wordt gebruikt.

Kwam je in aanraking met greenwashing? Meld dat dan zeker op het meldpunt van de FOD Economie.

BRON: FOD Economie